Bol-pijl systeem.
Bij dit eenvoudige routesysteem wordt er gereden van situatieschets tot situatieschets. In elke situatie volgt u de langste route, waarbij alle getekende wegen slechts 1 maal bereden mogen worden. Zolang nog niet de volgende situatieschets is bereikt, dient men zoveel mogelijk de meest doorgaande hoofdroute te kiezen. Op de genummerde schets is de bol de positie waar u vandaan komt en de pijl de richting waar u naar toe moet. De getekende situaties komen overeen met de werkelijke situatie, al kan het zijn dat niet alle ter plaatse aanwezige wegen zijn aangegeven. Meestal is aanvullende informatie ( b.v. straatnaam) gegeven. De situaties zijn aangegeven met totaalafstanden(d.w.z. vanaf de start gemeten) en tussenafstanden in kilometers en in mijlen. De gegeven afstanden kunnen uiteraard per auto iets afwijken van de gemeten afstanden.
Pijlen kortste route.
Alle op de kaartfragmenten staande genummerde pijlen dienen in oplopende nummervolgorde te worden aangedaan. Naar een pijl en het eind van het routegedeelte waarvoor dit systeem geldt construeert en rijdt u de kortste route. U dient een aaneengesloten route te bedenken, dus zonder te keren.
Pijlen dient u zo nauwkeurig mogelijk van het begin tot het einde te berijden. De pijlpunt welke de voorgeschreven richting aangeeft hoeft hierbij niet aan het einde te staan.
Onder de pijlen wordt geacht een weg te liggen.
Voor het construeren van de route is het toegestaan om :
Pijlen zijdelings op te rijden of te verlaten. Pijlen te raken of te kruisen en pijlen eerder of later te berijden dan ze aan de beurt zijn.
Pijlen mogen nooit tegengesteld worden bereden.